top of page

Is LABIOMISTA nu duur of niet?

Het is een vraag die ik, sinds de opening van LABIOMISTA eerder deze maand, regelmatig krijg.

Zonder het concept van LABIOMISTA te beoordelen kijk ik naar de cijfers en hoop ik dat dit concept zijn beoogde doelstellingen waar maakt. Méér nog, in naam van de portefeuille van alle Genkenaren die hier aan bijdragen hoop ik dat dit concept haar verwachtingen overtreft!

Onderstaande eerste analyse zal verder uitgewerkt worden n.a.v. de feedback die ik ontving sinds de lancering van deze berekening. Later hier meer over.

Hierbij de eerste analyse:

Enkele vaststellingen:

  • Grote investering. LABIOMISTA betekent voor de stad een grote investering. 8,4 miljoen euro van de meer dan 21 miljoen komt van stad Genk. Dat is niet niks. Het grootste deel van deze investering wordt gestoken in de aankoop van de gronden en het vastgoed op het terrein. Vastgoed heeft een relatief behoud van waarde waardoor het gewicht van kritisch denken volgens mij hier niet op moet liggen Kanttekening: uiteraard krijg ook ik plaatsvervangende schaamte wanneer er een tafel en stoelen gekocht worden door stad Genk om op LABIOMISTA te plaatsen voor “slechts” 32.000 euro. #waanzin.

Echter moet dit vastgoed ook uitgebaat worden. Dat is niet waardevast maar bepaalt wat dit jaarlijks kost aan de Genkenaren.

  • De uitbating (exploitatie) van LABIOMISTA: Om de grootteorde van de exploitatiekosten te kunnen inschatten, vergelijk ik ze met de exploitatiekost van C-mine cultuurcentrum en designcentrum. Elke exploitatie heeft specifieke kenmerken, die van C-mine cultuurcentrum en designcentrum zijn volgens mij het meest vergelijkbaar met die van LABIOMISTA vanwege de gelijkaardige sector en doelgroep.

Hierbij een vergelijking van de exploitatie van het cultuurcentrum (gerealiseerd) tov dat van LABIOMISTA (gebudgetteerd).

Detail van de berekening vind je onderaan.

Volgens het resultaat (excl. loonkost) kost C-mine cultuurcentrum en designcentrum ongeveer evenveel als LABIOMISTA. Echter bereikt C-mine met dat geld véél meer bezoekers. Krijgt de Genkenaar waar voor zijn geld? Dan vergelijk je de kost per (betalende) bezoeker. Het is per slot van rekening die bezoeker/meerwaardezoeker die je o.a. ook wil verleiden tot een return voor de Genkenaar in de vorm van een overnachting in Genk, lekker te gaan eten in een heerlijk Genks restaurants of een frisse pint in een café, … of een écht schitterende (financiële) doelstelling: om in Genk te komen wonen.

Om extremen uit te sluiten gebruik ik het gemiddelde van twee jaren. De kost per betalende bezoeker bedraagt gemiddeld 2 euro op C-mine. M.a.w. bovenop het ticketbedrag die je als bezoeker betaalt voor een voorstelling, legt stad Genk 2 euro bij om de uitbating te financieren. Indien we diezelfde redenering maken voor het budget van LABIOMISTA kom je gemiddeld aan een bedrag van 16 euro.

Conclusie: de uitbating van LABIOMISTA is 8 keer duurder.

Dat treft, het onderhoud van een Porsche is ook 8 keer duurder dan dat van pakweg een full option Mercedes. Zoals ik in mijn vorige blogs over financiën schreef, heeft stad Genk geen geld voor een Porsche.

Mijn gehuurde Porsche 911 Carrera 4S cabrio en ik @LABIOMISTA .

Wat kan er volgens mij beter? Hoe kan je er voor zorgen dat de uitbating niet 8 keer duurder is?

1. Zorg voor meer bezoekers:

  • Het exploitatiebudget voorzien zo'n 25.000 bezoekers per jaar. In de eerste maand na de opening waren er al 10.000 bezoekers. (Ik heb geen info over aantal betalende vs niet-betalende bezoekers) Door de lat van aantal bezoekers momenteel zo laag te leggen, is het straks gemakkelijk om hoera-berichten de wereld in te sturen.

  • Het park is slechts 7 maanden per jaar open. Dat is te weinig voor de Genkenaren die hier zoveel aan bijdragen. Het park (of minstens een deel) zou heel het jaar toegankelijk moeten zijn.

  • De crosselling / koppelverkoop tussen de verschillende sites in Genk (vb C-mine) lijkt me zeer zinvol maar is momenteel nergens te lezen.

2. Geef Koen Vanmechelen verantwoordelijkheid in de uitbating:

  • LABIOMISTA bestaat uit diverse deelconcepten. Zo is er het atelier, de villa, het cosmopolitan culture park #mondvol, OpUnDi Genk*, … Een deel van deze concepten zit vervat in een samenwerking tussen Koen Vanmechelen aka KVM (niet te verwarren met de voetbalploeg) & stad Genk in de vorm van een PPS (publiek private samenwerking). Stad Genk en KVM steken de uitbating/exploitatie van het park NIET in een gemeenschappelijke samenwerking (PPS). Bijgevolg neemt stad Genk dit in eigen beheer. Dit zoals ze dat doet voor het cultuurcentrum of het zwembad. Echter in tegenstelling tot het cultuurcentrum of het zwembad is hier wél een tweede partij betrokken want dit hele park draait rond KVM en zijn concept LaBiomista.

  • Dit heeft zijn gevolgen. Zo is KVM niet verantwoordelijk voor de risico's (vb. structurele kosten/verliezen) verbonden aan de uitbating zoals hier boven weergegeven. Als advocaat van de duivel kan je stellen dat als KVM kunst in het park creëert waar niemand om geeft, hij ‘geen’ schade lijdt. Stad Genk wel. Bijgevolg stootte de uitspraak van KVM van in HBVL mij bijzonder hard tegen de borst “Het geld dat de bezoekers hier binnenbrengen, moet ik niet hebben”… “Zeer gul” van KVM dat hij deze zeer dure uitbating (zie hoger) niet nog duurder wilt maken.​

​bron: hbvl plus

Tot slot ben ik er van overtuigd dat je KVM meer moet betrekken omdat hij met zijn sterk businessinstinct (anders kan je niet over de hele wereld mensen overtuigen van je ideeën) een grote toegevoegde waarde zou zijn bij de uitbating zelf.

Ik moet dan ook concluderen dat de heer Koen Vanmechelen niet enkel visionaire ideeën kan bedenken (die ik eerlijkheidshalve niet altijd begrijp), maar helaas voor de Genkse portefeuille, ook véél beter kan onderhandelen dan stad Genk. Zo lijkt de oerkip momenteel meer weg te hebben van een kiekendief (voor de niet-vogelaars onder de lezers: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kiekendieven )

bron: hbvl plus

Detail van de berekening: